Dagelijks komen we hindernissen, obstakels, of tegenslagen tegen en stress helpt ons om daarmee goed om te gaan. Stress vormt een onlosmakelijk deel van het leven, we kunnen niet zonder stress. We zijn erop gebouwd. Waarom kunnen langdurige perioden van stress dan toch leiden tot lichamelijke en mentale klachten? Om dat goed uit te leggen gebruiken we de term veerkracht. Die term staat enerzijds voor de inspanning die we aankunnen, en anderzijds voor het vermogen daarvan ‘terug te kunnen bouncen’ ten bate van ons herstel.

Veerkracht

Investeer in veerkracht

Stress en veerkracht hangen dus nauw samen. We hoeven niet bang te zijn voor stress, maar tegelijkertijd moeten we wel serieus in onze veerkracht investeren. Zo blijven we gezond -of kunnen we het weer worden.

Wat maakt iemand veerkrachtig?

Vroeger werd gedacht dat veerkracht vooral een kwestie van karakter is. Maar dat is toch te simpel. Tot op zekere hoogte is het aangeboren, maar het is geen kenmerk dat je ‘hebt’ of ‘niet hebt’. Je veerkracht wordt ook bepaald door de sociale steun die je krijgt, door de invloed die je hebt op je omgeving, de manier waarop je met emoties omgaat, je leefstijl, gezondheid en conditie, en – last but not least – door de mate waarin je in staat bent om je voldoende te ontspannen en (biologisch) te herstellen.

En heel belangrijk: veerkracht kun je ontwikkelen

Evident zijn de meeste factoren die je veerkracht beïnvloeden veranderlijk van aard. Samen vormen zij een dynamisch geheel. De context bepaalt dus mede wat iemand aankan – en dat verschilt van moment tot moment. En dat geldt natuurlijk ook voor je lichamelijke en psychische toestand. Veerkracht gaat niet alleen om terugveren naar de oude positie, maar ook om doorgroeien en je verder ontwikkelen. Dat kan door aan jezelf te werken, of door je omgeving gezonder te maken.

Waarom we elkaar nodig hebben voor een veerkrachtig lijf

Een van de allerbelangrijkste veerkracht-verhogende factoren is sociale steun. Te weinig steun vertraagt herstel en bevordert ziekte -ook lichamelijk. We hebben er behoefte aan om op waarde geschat te worden, geaccepteerd en gezien te worden. Ook willen we dat onze goede bedoelingen gezien worden, vooral door degene voor wie je het allemaal doet. En we willen bovendien erkenning voor onze prestaties, of dat nou een cake is die je hebt gebakken, of een klus die je op je werk hebt geklaard. Ken jij iemand die er moeite mee heeft dat hij te veel waardering krijgt?

CSR heet voortaan CSR Expertisecentrum Stress en Veerkracht

Om duidelijker te maken waar CSR voor staat, hebben we onze handelsnaam aangepast. Voortaan heten we CSR Expertisecentrum Stress en Veerkracht.

Bij CSR vind je experts op het gebied van stress en veerkracht

Door veerkracht te benoemen in plaats van burn-out, gaat de aandacht direct uit naar de sterke kanten van mensen in plaats van tekortkomingen. Het geeft richting aan onze werkzaamheden: wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat de veerkracht in mensen kan floreren? Hierbij ligt de nadruk bovendien op preventie, we willen niet wachten tot het fout gaat.

Kortom, bij de CSR-coaching ligt de focus op herstel, op menselijke groei en ontwikkeling. Dat is het meest effectief en dat biedt perspectief.

Sophie kwam bij CSR-coach Pieter die een CSS type I constateerde. Hij legde uit dat het extra werk en het slaaptekort haar waarschijnlijk de das om hadden gedaan en gaf haar uitleg over stressfysiologie.

Blootstelling aan hevige stress in de vroege jeugd laat sporen na in het DNA.
Stress veroorzaakt moleculaire veranderingen, en die vergroten de kwetsbaarheid voor stress op volwassen leeftijd. Dat concludeert het UMC Utrecht op basis van een onderzoek in samenwerking met de afdeling Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht en het Max Planck Instituut in München. Bij het biologische proces van moleculaire veranderingen, ook wel DNA-methylatie genoemd, verandert de DNA-activiteit door omgevingsinvloeden zoals de blootstelling aan nare ervaringen in de jeugd. Deze ‘littekens’ in het DNA kunnen levenslang invloed uitoefenen.

Gen
Uit het onderzoek van het UMC Utrecht Hersencentrum is geconstateerd waar dit proces precies plaatsvindt. Op één locatie op het zogenoemde KITLG-gen vonden zij bij de blootstelling aan stress op volwassen leeftijd een duidelijke samenhang tussen jeugdtrauma en afwijkende hoeveelheden van het stresshormoon cortisol. Deze resultaten helpen beter te begrijpen waarom mensen verschillend op stress reageren en wie hier het meest kwetsbaar voor is. Mogelijk kan de gevonden locatie op het KITLG-gen ook helpen bij het vaststellen van psychiatrische problemen bij volwassenen.

Medicijnen
De nieuwe kennis roept de vraag op in hoeverre het mogelijk is het proces van DNA-verandering te beïnvloeden. Met name bij onderzoek naar kanker bestaat al veel aandacht voor de ontwikkeling van medicijnen die hierop inspelen. In de toekomst zou dit ook kunnen leiden tot medicijnen die de DNA-verandering beïnvloeden bij patiënten met psychiatrische ziekten.
Uit wetenschappelijk onderzoek is reeds bekend dat bestaande medicijnen die vaak al aan psychiatrische patiënten worden voorgeschreven, dit proces kunnen beïnvloeden. De Utrechtse bevindingen bieden een aanknopingspunt voor meer onderzoek naar behandelmogelijkheden. Wellicht zijn schadelijke gevolgen van traumatische jeugdervaringen erdoor te verminderen of zelfs te voorkomen.

Bron: gezondheidsnet.nl

74% van de werkgebonden psychische aandoeningen betreft overspannenheid en burnout. Werkinhoud en problemen tussen mensen zijn de meest genoemde oorzaken. NCvB publiceerde de kerncijfers 2015, meer daarin onder meer de gegevens over werkgebonden psychische aandoeningen. De sector onderwijs scoort het hoogste aantal meldingen.

In de Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden (NEA) gaf 10% van de ondervraagden aan dat PSA, en dan met name werkdruk en werkstress de reden was voor verzuim. In tegenstelling tot verzuim door fysieke arbeidsbelasting (7%).

Lees het deelrapport NCvB over psychische aandoeningen 2015

Lees het hele rapport NCvB kerncijfers 2015

Bron: NCvB

Vorig jaar had nog één op de acht mensen in Nederland last van werkstress, nu is dat één op de zeven. Dat blijkt uit cijfers van Onderzoeksinstituut TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek, die maandag worden gepubliceerd. Met ruim één miljoen werknemers die aangeven met werkstress te maken te hebben, blijft dat beroepsziekte nummer één in Nederland.

Van maandag 16 tot en met donderdag 19 november houdt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de tweede keer de Week van de Werkstress. Dit keer is er vooral aandacht voor jongeren. Die groep loopt het grootste risico op een burn-out, stellen het ministerie en de onderzoekers.

Minister Lodewijk Asscher lanceerde de werkstresscampagne in mei 2014. Een van de aanleidingen was dat het vaak nog taboe is om over het onderwerp te praten. Het ministerie controleert sindsdien extra op gezonde werktijden, werkdruk en agressie op de werkvloer.

In een opiniestuk in Trouw uitten hoogleraren Michiel Kompier en Sabine Geurts eind vorig jaar kritiek op de aanpak van Asscher. Die richt zich, volgens de twee, te veel op de eigen verantwoordelijkheid van werknemers. Buiten zicht blijft zo, dat de aard van veel werk de afgelopen jaren sterk veranderd is, op een manier die voor extra stress zorgt. “Asscher speelt werkgevers in de kaart door hen buiten schot te houden. Werkgevers kiezen namelijk al jaren voor de gemakkelijkste weg als het gaat om de aanpak van werkstress. Werknemers krijgen een cursus relaxatietraining of timemanagement aangeboden. Pure symptoombestrijding!”

Bron: Trouw.nl

Veel stress op werk is net zo schadelijk voor je gezondheid als passief roken. Dat blijkt uit onderzoek van Harvard Business School en Stanford University.

De onderzoekers concluderen dat veeleisende banen de kans op ziektes met 35 procent verhogen. Wie veel overuren werkt, heeft bijna 20 procent meer kans op een vroege dood. Mensen die vrezen hun baan te verliezen hebben 50 procent meer kans op gezondheidsproblemen. Het onderzoek baseerde zich op 228 andere studies. Joel Goh, de auteur van het onderzoek: “Stress op de werkvloer levert evenveel gezondheidsrisico’s op als passief roken. Als je erbij stilstaat hoeveel tijd men doorgaans op werk doorbrengt, is dit eigenlijk geen verrassing”.

Goh hoopt dat de uitkomsten van zijn onderzoek ervoor zullen zorgen dat bedrijven extra letten op werkdruk bij hun medewerkers. “De werkdruk opvoeren zal misschien eerst leiden tot meer productiviteit, maar zal er uiteindelijk voor zorgen dat werknemers minder kunnen werken”, aldus de onderzoeker.

Bron: nu.nl

Voor het eerst zijn er meer mensen niet in staat om te werken door psychische problemen dan door fysieke problemen. In januari waren bijna 823.000 mensen arbeidsongeschikt. Ruim 415.000 van hen zaten thuis met een psychische aandoening of een gedragsstoornis, blijkt uit cijfers van het CBS.

In 1998 lag het aantal arbeidsongeschikten met psychische problemen nog op zo’n 30 procent. Sindsdien is dat gestegen naar meer dan de helft. Volgens de Inspectie SZW, voorheen de Arbeidsinspectie, zijn er nog geen aanwijzingen dat die trend zich keert. Dat komt volgens de inspectie onder meer door slechte leiding van werkgevers, de hogere werkdruk (minder werknemers moeten hetzelfde werk doen) en door de tijdelijke contracten waardoor werknemers onzekerder zijn over hun toekomst.

Jongeren
De problemen komen veel voor bij jongeren. Van de 72.85 arbeidsongeschikte jongeren van 25 jaar of jonger heeft 84,6 procent last van psychische klachten. Het gaat daarbij om stress, depressiviteit of een ontwikkelingsstoornis. 61.000 van de 72.000 arbeidsongeschikten in die leeftijdsgroep lijden aan een psychische aandoening. Pas vanaf de categorie 45 tot 55 jaar zit het grootste deel van de arbeidsongeschikten vanwege fysieke problemen thuis.

In Trouw zegt hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen dat het tegenwoordig lijkt alsof iedereen een psychische stoornis heeft. “Er wordt veel te veel gepsychologiseerd en gemedicaliseerd.”

Prinsjes en prinsesjes
Het hoge aantal jongeren dat vanwege stress of andere psychische problemen niet kan werken, komt volgens Derksen vooral door de opvoeding. “We hebben met zijn allen toch een paar generaties jongeren opgevoed, die we echt als prinsjes en prinsesjes hebben behandeld en te weinig stressbestendig hebben gemaakt”, zei Derksen op NPO Radio 1. “Nu komen die jongeren in een werksituatie en krijgen ze een functioneringsgesprek dat negatief is en dan is het voor het eerst in hun leven dat ze wat kritiek krijgen.” Derksen zou willen dat ouders hun kinderen helpen goed om te gaan met dat soort tegenslagen.

Volgens de hoogleraar zijn er meer oorzaken aan te wijzen voor het hoge aantal jongeren met psychische problemen. “Door de ICT-revolutie zie je dat de scheiding tussen privé en werk is weggevallen en daar moeten wij nog mee leren omgaan.” Jongeren hebben ook veel meer keuzes in hun studie en werk dan vroeger en ook dat leidt volgens Derksen tot problemen. “We zijn daar psychisch nog niet klaar voor en zijn daar ook niet qua hersenstructuur op gebouwd.”

Bron: Nos.nl

Schuberg Philis ontving vorige week de Good Practice Award, een prijs van de Europese Unie voor bedrijven die succesvol werkstress verminderen. De structuur van de organisatie wordt zelfs onderwezen aan de Harvard Business School.
In NRCQ een uitgebreid artikel over dit ICT-bedrijf waar de ict’ers zelf bepalen wat ze doen en waar beslissingen over de richting van het bedrijf pas doorgaan als het voltallige personeel ermee instemt.

Tanya de Wit, die in haar praktijk werkt met de CSR-Methode, houdt in de nieuwsbrief Arbeids- en organisatiepsychologie een pleidooi voor lichamelijker perspectief van burnout.
In haar artikel zegt ze daarover: “Ik merk dat het voor cliënten een hele geruststelling is te horen dat de verhoogde emotionaliteit (kort lontje, huilerig, angstig) die ze vaak ervaren, meestal een gevolg is van ontregeling van het autonome zenuwstelsel en de (stress)hormoonhuishouding en niet direct hoeft te duiden op een psychische stoornis.

Lees het hele artikel

Dat veel verzuim stressgerelateerd is, is niet nieuw. Dat in 2014 stressklachten de belangrijkste verzuimreden waren voor werknemers jonger dan 25 jaar, weer wel. Hoog tijd voor stresspreventie.

Dat blijkt uit cijfers van ArboNed. Deze arbodienst analyseerde de gegevens van ruim een miljoen werkenden in Nederland. Het gemiddelde verzuim is toegenomen en bedraagt 3,9 procent in 2014 (ten opzichte van 3,8% in 2013). Ook is de gemiddelde verzuimduur toegenomen van 24 dagen in 2013 naar 29 dagen in 2014.

Als het gaat om stressklachten dan is 30 procent van de werknemers ‘at risk’ stelt ArboNed. Corné Roelen, bedrijfsarts en epidemioloog bij ArboNed: “In 2013 was stress in 29 procent van de gevallen de oorzaak van langdurig verzuim. Afgelopen jaar had zelfs 33 procent van het langdurig verzuim te maken met stress, vooral onder 25-34 jarigen. In 2013 was 43 procent van het langdurig verzuim in deze leeftijdscategorie stressgerelateerd, terwijl dit in 2014 bijna 50 procent was.”

Preventie
Volgens Roelen krijgt elke werkgever vroeg of laat te maken met verzuim door stress. “Wij zien in de praktijk dat werkgevers die weten welke risico’s ze lopen, tijdig investeren in preventie. Want als werknemers ziek worden door stress, zitten ze gemiddeld 180 dagen thuis.”

Bron: www.Overpreventie.nl